Autoriteit Consument en Markt

Autoriteit Consument en Markt

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) vindt vaak dat campers niet vrij mogen staan als gemeenten er geen vergoeding voor vragen. Dit zou ongewenst zijn omdat er kampeerterreinen zijn. Gemeenten zouden oneerlijke concurreren met campings.

Taak gemeenten

De ACM vindt het geen gemeentelijke taak om plaatsen aan te wijzen, onzin natuurlijk, de gemeente hoeft campers helemaal niet te verbieden of een bepaling in de APV op te nemen. Iedereen met een camper mag dan op elke willekeurige parkeerplek overnachten. De gemeente is autonoom om wel of geen bepalingen in de APV op te nemen. Wordt de ACM gevolgd dan is de gemeente verplicht om bepalingen in de APV op te nemen en te handhaven. Dat kan helemaal natuurlijk helemaal niet. Er is dan sprake van een conflict tussen Europese mededingingswetgeving en de gemeentelijke autonomie om regels vast te stellen in de APV. Een gemeente kan niet gedwongen worden regels op te nemen in de APV.  Dat de gemeente autonoom is heeft de Minister duidelijk aangegeven bij intrekking van de Wet op de Openluchtrecreatie. Hier staat o.a. “Het vervallen van het verbod van artikel 15 tot het kamperen buiten kampeerterreinen, het zogeheten vrij kamperen, heeft tot gevolg dat het vrij kamperen zonder nadere voorziening door gemeenten in beginsel toelaatbaar is. Gemeenten, die nu geen enkele uitzondering op dit verbod toestaan en straks een dergelijk verbod willen handhaven zullen hiervoor in de nieuwe situatie juist een voorziening moeten treffen”. Dit lijkt toch erg duidelijk. Daarnaast wijst een gemeente wijst altijd parkeerplaatsen aan, verzorgt het groen, zorgt voor riolering etc.

Omliggende landen

De ACM zou eens naar Frankrijk moeten kijken, waar gemeentelijke camperplaatsen voor de camping liggen en de campers tegen betaling gebruik mogen maken van de campingvoorzieningen. Ook vragen we ons af waaraan campings eigenlijk het alleenrecht ontlenen op het aanbieden van ruimte om te parkeren en dan in je auto te slapen? Parkeren is een aangelegenheid van de overheid en slapen is in Europa gelukkig nog steeds niet verboden.

Scheiding markt en overheid.

Ook lijkt de scheiding tussen marktactiviteiten en overheidsactiviteiten een kunstmatige. Gemeenten worden geacht datgene te doen wat in het belang van hun inwoners is en hebben daar in artikel 124 van de Gemeentewet nadrukkelijk de bevoegdheid voor gekregen. Als gemeenten dus recreatief overnachten op parkeerplaatsen toestaan doen zij dat met andere motieven, zoals het stimuleren van de middenstand en in het verlengde daarvan de leefbaarheid van de kernen, voorkoming van misdrijven door meer sociale controle etc. Deze bevoegdheid is gemeenten uitdrukkelijk toebedeeld bij de intrekking van de Wet op de Openluchtrecreatie.

Bevoegdheid gemeenten.

Daarnaast is de vraag of gemeenten die een volledig verbod instellen tot parkeren en overnachten hiertoe wel bevoegd zijn. Immers wanneer overnachten met een kampeerauto in de openbare ruimte wettelijk wordt verboden zal er vooraf een belangenafweging (proportionaliteit en subsidiariteit) moeten plaatsvinden. Op dit moment nemen de meerderheid van de gemeentes de artikelen uit de modelverordening over, zonder de vereiste afwegingen te maken of alternatieven te bieden. Het is bijzonder twijfelachtig of dit rechtmatig is. Daarnaast is parkeren van o.a. een camper geregeld in, bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994. Op grond van artikel 122 van de Gemeentewet is de gemeente niet bevoegd zaken te regelen die reeds door een wet, een algemene maatregel van bestuur of een provinciale verordening worden geregeld. De wegenverkeerswet zegt in artikel 2a dat: “provincies, gemeenten en waterschappen behouden hun bevoegdheid om bij verordening regels vast te stellen ten aanzien van het onderwerp waarin deze wet voorziet, voorzover die regels niet in strijd zijn met de bij of krachtens deze wet vastgestelde regels en voorzover verkeerstekens krachtens deze wet zich daar niet toe lenen”. De gemeente heeft dan ook geen verordende bevoegdheid waar het het parkeren van kampeerauto’s betreft. De betreffende regels zijn op grond van artikel 122 Gemeentewet van rechtswege vervallen

EVRM

Ten slotte bepaalt artikel 2 van Protocol 4 bij het Europees Verdrag van de Rechten voor de Mens (EVRM) nadrukkelijk dat een ieder die zich legaal op het grondgebied van een deelnemende staat bevindt, daar vrijelijk zijn verblijfplaats moet kunnen kiezen. De uitoefening van deze rechten mag aan geen andere beperkingen worden gebonden dan die bij de wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid of van de openbare veiligheid, voor de handhaving van de openbare orde, voor de voorkoming van strafbare feiten, voor de bescherming van de gezondheid of van de goede zeden of de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. De keuzen van de vrije verblijfplaats is dus een grondrecht. Is een kampeerauto een verblijfplaats als bedoeld in het EVRM? Zoekend in woordenboeken kom ik o.a. uit op huisvesting, onderkomen, verblijfplaats, woning etc. Ook blijkt uit wetgeving veelvuldig dat een camper (kampeerauto) een verblijfplaats is in de zin van de wetgeving is. Voor een nadere uitleg van dit begrip verwijs ik u kortheidshalve naar de brief die door de beheerder van www.campervisie.nl indertijd naar de Autoriteit consument en markt heeft gezonden.

Het zou jammer zijn als we één en ander tot het Europese hof zouden moeten aanvechten. Van een Autoriteit Consument en Markt mogen we toch verwachten dat zij de juiste juridische afwegingen maakt. Wij hebben als campergebruikers hier ernstige twijfels over.

Share